Uitgesproken tijden de uitreiking van de Lof der Zotheidspelden 2020 en 2021
Dames en heren, beste Rosanne Hertzberger, beste Dick Couvée,
Van harte welkom op deze feestelijke bijeenkomst in de Burgerzaal. Dat het vandaag de geboortedag van Desiderius Erasmus is, hoef ik u waarschijnlijk niet te vertellen. Maar vieren we nu zijn 555ste verjaardag zoals op de uitnodiging staat of is het pas zijn 552ste? Als we uitgaan van de dit jaar verschenen biografie ‘Erasmus Dwarsdenker’ van Sandra Langereis dan is het vandaag zijn 552ste verjaardag. Zij is er na grondig onderzoek vrij zeker van dat Erasmus drie jaar later geboren is.
Ik vermoed dat het Erasmus zelf niet zoveel zou kunnen schelen. Hij zou vooral in zijn nopjes zijn dat hij na meer dan vijf eeuwen nog steeds niet vergeten is. Dat we hem in zijn geboorteplaats beschouwen als de beroemdste Rotterdammer aller tijden. En dat we jaarlijks aan een stadsgenoot een speld uitreiken die vernoemd is naar zijn bekendste boek.
Op dit jaarlijkse feestje staat naast de grootste Rotterdammer aller tijden vooral een Rotterdammer van deze tijd in het zonnetje. Een Rotterdammer die zich volgens het Comité Erasmus in de geest van Erasmus heeft ingezet voor de samenleving. Een Rotterdammer die een lans heeft gebroken voor tolerantie, onderwijs en satire en daarvoor de Lof der Zotheid speld verdient. Vandaag zijn dat zelfs twee Rotterdammers, omdat de uitreiking vorig jaar niet door kon gaan vanwege de coronapandemie.
Langereis stelt zich in haar biografie voor hoe Erasmus vanuit het hiernamaals terug zou kijken op zijn leven. Zo laat ze hem denken:
‘Ze kunnen me missen, daar in Holland. Ik heb er tijdens mijn echte leven werkelijk alles aan gedaan om mijn eeuwige nagedachtenis veilig te stellen…’
Dat dit is gelukt, wil ik Erasmus laten zien tijdens een wandeling door de stad. Als ik hem ophaal op het Grotekerkplein, stapt hij van zijn sokkel, verstopt zijn boek in een plantenbak en gaan we samen op pad. We lopen natuurlijk als eerste langs de bibliotheek waarop zijn uitspraak ‘Heel de wereld is je vaderland’ staat. Dan over de brug die zijn naam draagt. Vervolgens naar de universiteit en het ziekenhuis die naar hem vernoemd zijn. En als laatste naar de Pauluskerk. Een opvangplek voor alle mensen in Rotterdam die het zonder hulp niet meer redden. Een wereld, een kerk, die ieders vaderland is. Een plek waar Erasmus in zijn tijd ook steeds naar op zoek was.
We worden hartelijk ontvangen door dominee Dick Couvée. Het klikt meteen tussen die twee. Want naast hun liefde voor God en de medemens delen ze ook hun sterke rechtvaardigheidsgevoel, hun aandacht voor misstanden in de maatschappij en hun lef om buiten de gebaande paden te treden. Couvée luistert aandachtig naar Erasmus’ levensverhaal over eindeloos vallen en opstaan, bedelen en wachten op wat steun. Verhalen die hij elke dag hoort in zijn kerk, waar geloven en hulpverlenen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Het wordt een lang en boeiend gesprek …
Ik denk dat Erasmus na afloop zou zeggen dat hij een zielsverwant heeft ontmoet. Die overeenkomst ziet het Comité Erasmus ook. En daarom heeft ze in 2020 de 10e Lof der Zotheidspeld aan Dick Couvée toegekend.
Beste Dick,
Toen jij in 2008 het stokje overnam van Hans Visser, was de Pauluskerk al 28 jaar de opvangplek voor drugsverslaafden. Dat is zij nog steeds maar er is in jouw tijd ook een hoop veranderd. De Pauluskerk is nu misschien wel meer dan ooit het vangnet voor de meest kwetsbaren in de stad. Voor mensen zonder verblijfspapieren, mensen met psychische problemen, met problematische schulden, voor arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa. En dat is niet zo vreemd als je bedenkt hoe enorm de stad Rotterdam en de maatschappij veranderd zijn. Ik heb gehoord dat jij een broertje dood hebt aan woorden als ‘zelfredzaamheid’ en ‘participatiesamenleving’. En daarom breek je net als Erasmus onophoudelijk een lans voor een open houding ten opzichte van de sociaal zwakkeren en kansarmen. Een open houding van de overheid, van de gemeente en van de samenleving.
Jouw pleidooi is ‘geven zonder dat je er iets voor terug krijgt’. Voor jou telt elk mens. Onvoorwaardelijk! Dan kom je uit bij ‘barmhartigheid en ‘waardigheid’ en dat is precies waarom het Comité Erasmus vindt dat jij deze Lof der Zotheidsspeld verdient.
In een interview vertelde jij dat je de Pauluskerk, afgezien van je vrouw en je kinderen, als het mooiste geschenk in je leven ziet. Als de plek waar je telkens een ander verhaal vertelde over hoe de samenleving in de christelijke traditie eigenlijk zou kunnen zijn. Want, zo concludeer je: ‘Als het hier in het klein kan, dan kan het ook in het groot.’
Dames en heren, we reiken vandaag twee spelden uit. De Lof der Zotheidsspeld voor 2021 is door het Comité Erasmus toegekend aan Rosanne Hertzberger.
In zijn Lof der Zotheid onderzoekt Erasmus of hij de waarheid kan vertellen met een grap. Tegen de lezers die niet met zich laten dollen en heus wel doorhebben dat Vrouw Dwaasheid de mensheid die zot is een spiegel voorhoudt, zegt hij dat een lofrede van de Dwaasheid op de dwaasheid te dwaas is om serieus te nemen’. En dat is wat Rosanne Hertzberger ook doet.
Want als microbioloog met een mening, of moet ik zeggen als columnist die ook microbioloog is, houdt zij de mensen, net als Erasmus, met humor een spiegel voor. Haar columns, boeken en essays zijn niet alleen vermakelijk, ze schuren ook en dwingen de lezer tot een innerlijk debat. Een recensent schreef over haar boek ‘Ode aan de E-nummers’ dat ze haar lezers het bloed onder de nagels vandaan haalt, maar dat haar denkvoer de ergernis waard is. Hertzberger verzet zich tegen de vele bloggers, dieetgoeroes en influencers, die als nepdeskundigen zonder enige wetenschappelijke onderbouwing beweringen doen over voeding, gezondheid en schadelijke stoffen.
Zo schrijft ze: ‘Eén tweet of post van een bekende foodblogger over toxische chemicaliën en tig jaar wetenschappelijk onderzoek kan de prullenbak in.’
De overeenkomst met Erasmus is niet ver te zoeken. Hij ergerde zich tijdens zijn studie in Parijs bijvoorbeeld mateloos aan de theologen, die hij spottend ‘theologasten’ noemde. In een brief aan zijn pupil Thomas Grey schrijft hij spottend dat ze met hun groteske mimiek en theatrale gebaren niets dan stompzinnigheid op stentorvolume vanaf hun kansel oreerden. Volstrekte nepgeleerden waren het.
Hertzberger is ook niet bang om zichzelf op de hak te nemen. Zo schrijft ze in een column over het afgelopen Boekenweekthema ‘Rebellen en dwarsdenkers’: ‘Sommigen scharen mij daar ook onder, ondanks het feit dat ik bij mijn weten nogal mainstream ideeën opschrijf. Ik bedoel: zo rebels kan het toch niet zijn om in een land dat massaal uit pakjes en zakjes kookt op te schrijven dat het best prima is om uit pakjes en zakjes te koken.’
Beste Rosanne,
Ik denk dat dwarsdenker Erasmus hard had gelachen om jouw columns en boeken. Hij zou hebben genoten van de manier waarop jij de vinger op de zere plek legt als je schrijft over onze hedendaagse maatschappij. Kritisch, scherp, dwars en humoristisch, met onverwachte invalshoeken, hyperbolen en zelfspot. Hij zou in jouw pen de zijne herkennen.
Het Comité Erasmus ziet die overeenkomst ook en kent jou daarom de 11e Lof der Zotheidsspeld toe.
Rosanne en Dick, willen jullie naar voren komen, want het is hoog tijd om jullie de speld te overhandigen.
Beste mensen, het woord is nu aan Dick en Rosanne. Maar eerst wil ik nog graag de laatste alinea van de Lof der Zotheid voorlezen, die Sandra Langereis zo grappig vertaald heeft:
‘Vroeger zei men: de pest aan drinkers met een goed geheugen. Maar nu zeggen we: de pest aan toehoorders met een goed geheugen. En daarom, roemruchte ingewijden! Mannen van dwaasheid! Vaarwel allemaal! Klap uw handen stuk! Leef zonder juk, drink u een ongeluk!’