Erasmusweek 2021: Dankwoord Rosanne Hertzberger, winnaar van de Lof der Zotheidspeld 2021

Geacht comité, geachte aanwezigen, geachte wethouder en mede-speldontvanger, familie en vrienden.

Dank jullie wel, dank voor deze speld. Het is geweldig om deze erkenning en waardering te ontvangen, vooral ook hier in de burgerzaal in Rotterdam. 

Zowel de families van mijn vader als mijn moeders kant, als mijn schoonvader en schoonmoeders kant kennen een lange geschiedenis in Rotterdam. Mijn opa Jan ten Cate had praktijk op de Mathenesserlaan, mijn opa Ellis groeide op op de Crooswijksesingel, de families van opa van Veelen en oma Vreugdenhil kennen een lange rijke geschiedenis als ondernemers op de Vierambachtstraat en Beukelsdijk. Ikzelf werd hier geboren maar groeide in de jaren 80 op in Dordrecht, mede omdat het hier in de stad een beetje een puinzooi was geworden, daar kunnen we het wel over eens zijn volgens mij, maar ook wij zijn na een boel omzwervingen teruggekeerd in Rotterdam-West, en daar brengen wij met heel veel plezier een vijfde generatie Rotterdammers groot.

Het is ook een grote eer dat het comité mijn werk in de geest van Desiderius Erasmus Roterodamus ziet. Hij is de grote beschermheer voor mensen zoals ik die het publieke debat, de schrijverij en het wetenschappelijk onderzoek combineren. Die ook met regelmaat vijanden maken, en ook telkens op zoek zijn naar geld. Nu ik met een wetenschappelijke bedelbrief bezig ben, oftewel een aanvraag voor onderzoeksgeld, is het goed om ’s avonds in de recent verschenen biografie van Langereis te lezen dat zelfs een grootheid als Erasmus tot ver in zijn carrière moest vleien en smeken en leuren en intellectueel hoereren om geld of vervoer, of een boek, of onderdak.

Mijn eerste dank gaat daarom uit naar de mensen die Erasmus hier in Rotterdam onder de aandacht blijven brengen en aandacht blijven vragen voor wie hij was en wat hij schreef. Theo Kemperman, ik ben bij jou in de bibliotheek op bezoek geweest om die vijf eeuwen oude brieven en drukken te bewonderen en aan te raken. Het is indrukwekkend om te zien met hoeveel eerbied en zorg zijn werk in de bibliotheek gecureerd wordt. 

Het zou logisch zijn om hier Lof der Zotheid als voorbeeld aan te grijpen, het meer uitdagende, retorische, humoristische en venijnige deel van Erasmus’ oeuvre te roemen. Maar ik wil het heel kort  hebben over het meer studieuze deel, de über-intellectueel die Erasmus was. 

In zijn hele leven, in zijn hele werk, als schrijver, als leermeester en ook als vriend zie je zijn eindeloze inspanning om mensen, zijn lezerspubliek maar ook de jongens met wie hij in Stein in het klooster zat, om hen naar een hoger vlak te tillen. Om ze te onderwijzen en te emanciperen en aan te sporen hoger te mikken. Erasmus vond dat gewone mensen, burgers, volk, vrouwen zelfs, moesten kunnen lezen, en studeren, en vooral niet klakkeloos overnemen wat de autoriteiten, de kerk, hen donderdeelden vanaf de preekstoel. Erasmus vond dat ze hun talen moesten kennen, ze moesten met eigen ogen kunnen beoordelen of vertalingen van bijbelpassages wel recht deden aan de oorspronkelijke tekst. Kortom, mensen moesten hun eigen onderzoek doen.

En in lijn met dat gedachtegoed zal ik het bedrag van de cheque die aan deze speld verbonden is, doneren aan Stichting Crispatus. Een stichting die ik zelf vorig jaar heb opgericht met als doel om in mijn eigen vakgebied, de microbiologie, burgerwetenschap mogelijk te maken. Oftewel citizen science, het betekent je dat krachtige wapen, het instrument van het empirisch wetenschappelijk onderzoek dat de moderne wereld zoveel gezondheid, welvaart en voorspoed heeft gebracht, dat je die niet opsluit binnen de muren van de academie of Research & Development afdelingen van bedrijven, maar actief verspreid. 

Mensen aanspoort hun leefwereld te bevragen, ze aanleert hoe ze experimenten kunnen doen, hoe ze data verzamelen en delen en hen kortom aanmoedigt om zelf op onderzoek uit te gaan. 

Klinkt leuk, maar het is doodeng als mensen zelf gaan nadenken. Mensen die zelf gaan lezen of vertalen kunnen soms tot hele andere conclusies komen. En als mensen zelf schrijven, en het in Erasmus’ tijd met de uitvinding van de drukpers ook nog eens makkelijk kunnen verspreiden, dan is het hek van de dam. Misschien doen ze het niet goed, verspreiden ze de verkeerde informatie, nepnieuws, complot-theorieën, anti-wetenschap. Ronduit gevaarlijk.

En zo kan elk burgerrecht met één streep onderuit gehaald worden. Er is altijd een argument te bedenken hoe vrijheden verkeerd kunnen worden ingezet. Privacy, dat vinden terroristen en pedofielen ook erg leuk om zich achter te verschuilen. Burgerwetenschap? Zo noemen mensen als Willem Engel, de baas van de wappies, zichzelf toevallig ook. Do your own research, is tegenwoordig niet het motto van burgerwetenschap maar het motto van complot-denkers geworden. Want dat eigen onderzoek moet je dan tot de conclusie leiden dat er een deep state is, of een gangenstelsel of dat we geregeerd worden door aliens of zoiets.

En toch, het is de ultieme machtsdeling om burgers het instrument van de wetenschap in handen te geven. Uiteindelijk is zelf teksten lezen, schrijven en publiceren vandaag niet meer genoeg. Hebreeuws, Grieks en Latijn waren de talen die Erasmus propageerde. Nu zijn dat Java, Python, R, programmeertalen. Want het zijn de algoritmes die we nu zelf moeten kunnen lezen en bestuderen, zodat we begrijpen hoe Google en Facebook – de machthebbers van vandaag – onze online werkelijkheid vormgeven. 

Burgers zouden moeten weten hoe ze zelf fijnstof in hun omgeving kunnen meten, en de resultaten daarvan gebruiken om luchtvervuiling aan te kaarten. We moeten zelf het microbioom, de bacteriële ecologie van ons lichaam, in kaart kunnen brengen om te begrijpen wat de oorzaak is van onbegrepen ziektes. Al die kwesties zijn té belangrijk om aan wetenschappers over te laten. Bovendien tref je binnen de academische, industriële en overheidsinstituten met regelmaat dezelfde dogma’s, ritualisme en gebakken lucht aan als in de Kerk van Erasmus’ tijd.